Bijzondere bomen

Bomen. Vaak lopen of rijden we langs hen, vertoeven in hun schaduwen en plukken letterlijk hun vruchten. Soms zijn zij nog niet meer dan loten, soms torenen zij als groene reuzen boven het landschap uit. Bomen zijn de longen van de natuur; met hun bladeren maken zij zuurstof en zelf ademen zij koolstofdioxide in. Hun wortelstelsels werken als gigantische sponzen, zij onttrekken water en mineralen aan de bodem. Hun bladerdek vormt de bovenste laag in het natuurlijke ecosysteem, hun diepe wortels liggen ingebed in de onderste laag. Zonder bomen is er geen ecosysteem. Tal van dieren en planten zijn afhankelijk van bomen. Bomen geven voedsel en schaduw, beschutting en nestgelegenheid, water en luwten, overzicht en camouflage. Andere planten leven op bomen of gebruiken de stammen om zelf hoger te groeien door er zich omheen te slingeren. Zwammen wisselen voedingsstoffen uit met bomen of vallen ze juist aan.

Bomen geven karakter en diepgang aan het Leijpark. Tien procent van al het monumentale groen is in het Leijpark te vinden. Bekende bomen zoals eik, beuk, els, berk en es vindt men hier. Maar wat ook te denken van schietwilg, hopbeuk, boomhazelaar, wateriep, hulst, sneeuwklokjesboom en de hangende zilverlinde? Allemaal bomen met een geheel eigen karakter, groei- en bloeiwijze en overlevingsmechanisme, Elke boom heeft zijn eigen verhaal en schrijft er nieuwe, zolang hij groeit in het Leijpark.


Stormen, regens, zwammen en de mens schaden de bomen soms en dunnen hen uit. De zomerzon verdroogt de bomen, de herfstbuien slaan hen met striemende natte vlagen. De winter bevriest hen en de lente ontdooit hen weer. Bomen doorstaan dit alles fier, geven hun bladeren op in de wonderlijkste kleuren om weer nieuwe knoppen te vormen die botten in het voorjaar. Bomen voeden de bijen, dragen de vogels en koelen de weiden. In dode afgevallen takken op de bodem ritselen muisjes, trippelen mieren en overwinteren kevers, zoals lieveheersbeestjes.


Het Leijpark is geen schim meer van zichzelf zonder bomen.


Wij zien de bomen in het park en herinneren ons hoe we er, als kind, in klommen. Hoe we zwierden aan de takken, hoe we gevallen vruchten en noten raapten en hoe we hun bessen en bladeren verwerkten in kerststukjes. We zien nog de sneeuw op hun takken liggen, we horen de wind door hun kruinen weer en staan nog even stil bij het ruisen van het blad op zoele zomerdagen. Rust. Spel. Waarde.

De bomen van het Leijpark vormen de spil van het park en dragen haar zoals marmeren pilaren tempels dragen. De bomen dragen ook ons, onze herinneringen, ons genieten en onze toekomst. Wij ademen doordat zij ademen. De bomen zijn onze kameraden; we zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tot in eeuwigheid.